12. mrt, 2017

Syl naar Noord

De wind giert al dagen door de straten. De lucht is van een wilde schoonheid en zowel in Westpoort als op IJburg komt dat net even mooier tot zijn recht dan in de stad. De vrijdag is aangevangen en er giert ook nog eens van alles door mijn lijf. De dag vliegt om en vrolijk tram ik naar de stad om via een perron 15 wandeling in het nieuwe deel van CS te belanden. De pont streept strak door het IJ en zet me binnen enkele heerlijke uitwaaiminuten weer aan vaste grond. De tolhuistuin staat stijf van de jongeren. De rappers op het podium verontschuldigen zich voor de grove teksten waar ik en mijn vrouwelijke medemens weer eens als bitch word aangesproken. Snel spoed ik mij naar het terras aan de voorzijde en struikel bijna over de band die vanavond hopelijk losgaat. Ik lach als ik neerplof op de hoge kruk en een vrijdagmiddagdrankje is snel besteld. Mijn kop probeert met man en macht te ontspannen. Van een gezonde spanning blijft  toch enigszins sprake. De wind is gaan liggen en het uitzicht op CS en de tuffende bootjes is prachtig. Het is tijd en de zaal loopt vol. De grote zaal is klein genoeg om intiem te zijn. De drankjes binnen zijn snel gepind en de lichten gaan uit.

 

De band druppelt binnen en de Ngongi familie staat in de startblokken. Bassekou spreekt ons eerst toe en al gauw voelen we ons koninklijk. Malinese country folk en blues galmen op de voorloper van de luiten door de zaal en ik kan niet stil blijven staan. Daar ben ik overigens nooit zo goed in geweest dus dat komt mooi uit. Opzwepend worden de nummers en mijn nek zit weer zo goed als los. De beste remedie die ik kan bedenken tegen een stijve nek. Gewoon je lijf geheel laten gaan op de klanken. Totaalontspanning. Wat muziek allemaal niet kan doen. Langs de balustrade staat ook publiek. Die zien de zaak mooi van bovenaf. Maar iets klopt niet daarboven. Ze staan stokstijf, dat is raar. De avond swingt en ik laat gaan, de spanning welteverstaan en word aanzitterig. Dan de laatste noot en een oorverdovend applaus.

 

De avond is gevallen. Pikzwart is de lucht en er heerst een serene rust op het water. De stad aan de overkant lijkt mijlenver en de vrolijke zitzakken onder de oude shellkantine wachten geduldig om me. Ik plof erin en doe de zitzak met gemak na. We worden een. Uren kijk ik volledig ontspannen naar streepjes in de verte. Mijn hart gaat tekeer en ik denk aan Bassekou en hoor de virtuoze klanken nagalmen in mijn kop. De man is 49 jaren jong. Ik ben er bijna. Dit verjaardagscadeau is er een om nooit meer te vergeten. De pont vaart me terug. De lach blijft.

 

8 mei 2015, Bassekou Kouyaté & Ngoni Ba, Paradiso, Tolhuistuin.