12. mrt, 2017

Moeder, zoon en Rufus.

Je kan een liedtekst schrijven, ook nog eens  leuk zingen, je raakt  een gevoelige snaar en speelt met een beetje geluk ook nog liefst iets akoestisch. Nou we zijn er klaar voor vanavond. Ik zit klaar voor de tv en mijn zoon staat in Paradiso. “Te laat mam, uitverkocht”. Hahaha en een hard gelach. Normaal mag ik niet mee dezelfde zaal in want moeder en zoon is not done. Dat is natuurlijk niet cool ware het niet dat het vanavond echt wel mocht. Net zoals onze gezamenlijke liefde voor Rufus Wainwright die we toch maar mooi in Groningen hebben gezien en niet te vergeten Half moon run in de Melkweg en bij Concerto recordstore om 12.00 uur in de middag. Dat was hilarisch. Een knul van 2 meter lang op een kinderstoeltje in de koffiebar bij de platenzaak op de Utrechtsestraat. En een pijn in onze benen joh, na 20 minuten beestachtig optreden en opgevouwen zitten. De meisjes voor ons aan de thee en de  band? Die moest nog uit zijn Amsterdamse slaap ontwaken. Het is maar een gelukje dat we alvast een half uurtje eerder waren gekomen om wat nieuwe plaatjes te snuiven. Half 1 was de band al weer klaar en de echte fans die half 1 ook duidelijk in de aankondiging hadden zien staan piesten naast de pot. Best sneu, maar wij zaten wel opgevouwen  saampjes vooraan.

 

Dat Rufus optreden in Groningen was overigens een gevolg van een minder leuke aangelegenheid. Eentje om nooit meer te vergeten. Het is december 2005. We gaan, zoals al weken lang, weer eens uit eten bij blok 4 bij gebrek aan een keuken in ons nieuwe huis op IJburg. Die komt pas over 2 weken. We slapen op matrassen en zijn na  weer een school en werkdag knap verveeld. Winkelen in de Vomar campingtent met net geen strakgespannen zeil anders waait ie weg. Patat eten van Grills hutje zo klein dat je buiten moet wachten op je bestelling en een leeg huis. Nou ja leeg? Das niet helemaal waar. We bezitten best spullen. 2 campingstoelen, 2 matrassen op de grond, een geleend campingkoelkastje waar een literfles cola nog niet eens in past, plastic borden, bergen wegwerpbestek en twee tandenborstels. Dan is blok 4 een welkome afwisseling. Ik lees de PS bijlage en zie Rufus Wainwright in Paradiso uitverkocht wezen. Dat kan niet. Woest bel ik mijn zwager bij gebrek aan een computer en vraag hem op welke manier dan ook aan een kaartje te komen om mij onmiddellijk terug te bellen als et gelukt is. Na 30 minuten eenzame strijd in mijn lijf gaat de telefoon. Joepie een kaartje. Eén kaartje welteverstaan en mijn 11 jarige zoon barst in huilen uit. “en ikke dan”? Shit, ja hij kent inmiddels “Want one and two” uit zijn hoofd en speelt er ook nog eens niet onverdienstelijk gitaar bij. Ik krijg een brok in mijn keel en blijf de rest van de avond stil. Dan schiet het me te binnen. “Het eerst volgende optreden gaan we samen.”  Mooi, ik krijg een brede glimlach van hem en de tranen worden gedroogd.

 

Het hotel is geboekt. Groningen berg je, we komen eraan. De Oosterpoort, ach het is dat we voor Rufus komen dus even slikken dan maar. Dan de aankondiging dat dit geen normale show word. Rufus gaat de hele cd in een keer spelen zonder pauze. Er mogen geen foto’s worden gemaakt en we mogen zeer zeker niet klappen tussendoor. Rufus komt op. Dramatisch gekleed, nog dramatischer opgemaakt en is in de rouw. We huilen mee. Dikke tranen die niet opdrogen tot “All days and nights, Songs for Lulu” klaar is. Een hele zwarte eerste helft van de avond in Groningen in 2010. We rouwen om de dood van zijn moeder, onbegrepen zijn als kind, de opstandigheid, Shakespeare komt ook voorbij en uiteindelijk het pure verdriet. Huilend bestelt de zaal een drankje aan de bar. De stemming slaat bij ons twee niet meer om, hoe vrolijk de tweede helft ook. We denken door, onze hersenen staan niet meer stil. We hebben stomweg te veel meegemaakt, vandaar onze Singer-songwriter moeder- zoonband eeuwige gedoogtijd.

 

18 mei 2015, Singer-song writer avond in Paradiso.