12. mrt, 2017

Syl botst met de elementen.

Een fel lampje schijnt in mijn oog. Ik moet rechts en links draaien met mijn ogen. De uitslag krijg ik niet te horen. Het bed onder me wiebelt. Ik staar plafond. Mensen praten maar ik hoor ze niet. De ellenlange witte gangen zijn waas. Geen geluid is meer waarneembaar. De tunnel waar ik van voor naar achter en nog een keer van voor naar achter doorheen suis geeft piepjes en even ben ik bij. Langzaam open ik een oog want de ander doet niet mee. Ik voel niks, mijn oren suizen en ik kijk wazig voor me uit. De klok zegt 03.00 uur en ik denk als een malle na. Matisse was gaaf, uren heb ik door het Stedelijk gestruind op de valreep weliswaar. Het bliksemt in de verte en ik heb mijn keus gemaakt. Niet op de fiets via de Ceintuurbaan naar Ijburg maar gewoon naar tram 26. Als de bui valt zit ik droog en naar het schijnt heb ik Hotel Barbizon nog net gehaald.

 

De arts komt naast me staan. Mijn hersenen zijn gescand en er is niets geks te zien, ze zijn nog intact. De foto’s van mijn kaak, neus en jukbeen vertellen een ander verhaal. Ik poog het te volgen. De arts doet moeite om het helder uiteen te zetten maar ik val steeds weg. Ze komt terug met boekjes en telefoonnummers en schrijft een opdrachtje voor morgen op en vervolgens word mijn gezicht pijnlijk gewassen en gehecht.

 

Het is bijna licht. De taxi rijd ruw en ik houd mijn kaken stevig op elkaar. Praten kan ik niet blijkt nu, dat voelt raar. Ik mompel de route naar de pinautomaat en cash wat taxigeld. De rit blijft een waas en eenmaal thuis begint de pijn. Ik durf niet in de spiegel te kijken. De drie pilletjes die ik heb gekregen in het ziekenhuis vlak voor vertrek gaan werken. Ik val bijna terplekke in slaap. De trap beklommen duik ik in een zachte witte wolk en ben volledig even weg.

 

Het is een vreemd gevoel. Ik probeer met man en macht de val te reconstrueren in mijn hoofd. Er komt niks, helemaal niks, ook na drie dagen is er nog steeds niks. Geen beeld en geen geluid. Alleen dat felle lampje in mijn ogen. Het is zondag nu en ik geef het op. Mijn geheugen doet niet mee en ik ben dit stuk volledig kwijt. Mijn hersenen zijn ook nog eens geschud en de concentratiespanne is laag. Ik weet van horen zeggen dat ik snoeihard met mijn gezicht op het asfalt ben gebotst. Ik ga  maar weer eens naar bed. Morgen word een spannende dag. Dan word mijn gezicht weer rechtgezet.

 

Zondag 16 augustus 2015.