12. jun, 2016

Syl op oerol

"Het knalblauwe jasje van Menno komt meermalen voorbij maar Menno zit er niet in. Venijnige rugzaktouwtjes slaan mijn wang terwijl tassen schuren langs mijn been. Een snotlap verdwijnt nonchalant in de prullebak jaha die bruine, vlambestendig. Die doet me denken aan werk maar ik ben op reis om te vergeten. De grijze plaag neemt plaats naast mij en ik oordeel niet. Ik lach ze toe maar krijg niets terug. De boot is heet en ik ben inmiddels oververhit. De saté geur doet mijn maag keren. De motor stampt, de mensen roezemoezen veels te hard, de dame in de hoek slaapt en boft. Ik ben inmiddels halverwege en zit aan een plastic slurpie, om precies te zijn rosé van kleur. Mn wangen kleuren rood en het raster is zichtbaar aanwezig. Ik voel een lichte wangpijn en vaar om te vergeten. Ik vaar om te luchten, ik vaar om te vernieuwen. Ik vaar weg van het vaste gebeuren en lach het eiland en het onbekende tegemoet.

Buiten schittert de zon door de sombere wolken. Het waterdek kleurt en parelmoeren kopjes schuim beuken. Ze beuken de stomme gedachten uit mijn kop. Het wordt een fijne opfrisweek. De heksenketel doet zijn naam eer aan. Lekker vis eten in de drukke zaak. Dan belt het hotel. Waar we blijven het is al bijna 23.00 uur. De receptie wil naar huis. We spoeden ons richting de bossen checken als een malle in, verdelen kamers, gooien kledingstukken in de kast en trekken snel de deur achter ons dicht. In stilte fiets ik door de bossen. De walvis wacht op ons en langzaam verdrinken we op het groene strand. De zee is stil en ik word stil van binnen, eindelijk heel stil en dat voelt fijn.

Down to earth zingt "ow who ow who" en de tuin klapt mee. Mijn eerste geweldige fietspitstop op weg naar Westerkeyn. De tuin van de stormvogel schud op de terschellingse klei. Mijn lach verbreed, amsterdamse vrienden schuiven aan en een gelukzalig gevoel stroomt door mijn aderen. De medicinale is snel genomen, de band zweept op, in de tuin word geflirt en verleid er wordt gedanst en nieuwe handen geschud.

Na een hele mooie middag tuin fiets ik mijn rondje eiland af. Na 2 ernstige hartverzakkingen met de hartelijke dank aan debiele fietstouristen kom ik zonder brokken aan bij Westerkeyn. Mijn hart zit in mijn keel. Ik zie een blauwe jas en Menno zit er dit keer in. We drinken koude wijn eten schandalige kaas en vlees van een plankje en het muziekterrein is in gespannen afwachting van african salsa orchestra. Ik ben ook gespannen ondanks de wijn . Het is avond en ik wil terug. De angst van de fietsdebielen krijg ik niet uit mijn lijf. Ik zwaai uit en fiets als een slak terug naar west. Het schemert en ik zet de fiets op slot. De band zet in en de spanning valt weg. Bekenden komen aan. We dansen op straat. We dansen de nacht uit en ik voel dat ik besta.

Oerol, 12 juni 2016"