31. dec, 2012

Syl gaat camperen op Bakkum

Het rode plastic aardbeienkleedje met witte bloempjes stemt me vrolijk. De vogels kwetteren en de ganzen vliegen al gakkend over me heen. De natuur om mijn slaapplek heen is wild en heel erg groen. Dennenappels kletteren met een oorverdovend lawaai op het dak van de caravan. Ik schrik me werkelijk een hoedje. Dat belooft wat. Plop daar gaat ook de eerste fles bubbels open. Eenmaal geschonken in glas op hoog pootje dwaal ik in gedachten af. De achtergrondmuziek is natuur en verder is alles stil om me heen. De zon schijnt hard geel door het groene bladerdak en geeft het aardbeienkleedje een smaakvol rood. Het is weer zover. Een week lang geen enkel doel dan mezelf. De rust neemt alle spanning uit mijn lijf. Eens kijken hoe ik me over 7 dagen voel.

 

Langzaam komt de ochtend op gang. De koffie pruttelt door het filter en de versgemalen bonenlucht verspreidt zich door de caravan maar ook ver daar omheen. Ik doe snel de dop op de thermoskan en koester het zwarte goud van de dag. Snel even het dauw van het rode kleedje vegen en dan genieten. Helemaal niks hier en te vroeg nog voor volk op de been. De stilte van natuur dringt zich langzaam aan me op en na een uurtje niksen ga ik draaikonten. Ik loop wat heen en weer en zoek snel de reuring op. Krantje kopen op het pleintje dat doet goed. Kopje koffie op het terras en de vrolijke meiden gaan gedrieeen het klimrek bestormen, lieve jurkjes roze en wit ogen na de aanval op de piratenboot nog steeds wonderlijk goed. Ik lach en ze lachen terug. Als snel komen ook de kornuitjes op de meiden af en de pret is niet meer te drukken. Al duikelend en langs de paal naar beneden zwierend gaat de ochtend langzaam over in middag.

 

Ik lees de krant en ome Pietje ,die woont schuin tegenover mij, zegt me hallo. De lucht is strak blauw en nu wordt het echt wel warm. Ik zie de tijdelijke bewoners in campingoutfit. Dat is prima bedenk ik me maar dan moet je wel figuur hebben of liever op zijn minst een tikkeltje ijdel zijn. Ik kan niet ontkennen dat het me raakt. Het contrast van mooi hip joggingpubliek, soms zelfs tikje alternatief en de uitgezakte ongeinteresseerde vooral niet opgemaakte geraniumklant. Ik blijf vrolijk tegen iedereen die op mijn pad komt. Ik krijg de lach niet van mijn toet. Dat is niet van iedereen te zeggen. De man die ietsje verderop op het bankje zit kijkt boos. De zware wenkbrauwen lijken plooien in zijn wangen te drukken. Zijn mondhoeken staan net wat voorbij de klok van 10 voor half 8, dus eigenlijk ietsje scheef. Ik kijk recht in zijn ogen. Hij kijkt dwars door me heen, zo lijkt het. Ik probeer een lach zijn kant op en tot mijn verbazing vertrekt hij een spier in positieve zin. Ik hef mijn kopje en proost in de lucht. Hij knipoogt, al lijkt het traag,maar wel vol overgave naar me terug.

 

Bakkum camping 11 aug 2012