31. dec, 2012

Syl naar Boedapest

De knappe stewardess die niet kan lachen is ingeruild voor een lachende vrolijkerd op de terugvlucht. De steward is dezelfde en zegt lachend “ Hey you again?” en ik knik een vrolijke blik van herkenning terug. Ik zit in zonnig geel lekker bruin te zijn. Boedapest en geel gaan goed samen. De stad zelf ruikt geel, de facades kleuren geel en de felgele zonnestralen die schijnen op mijn rode huid. In Boeda overigens meer dan in Pest. Boeda is warmer en op de warmste dag onderneem ik de warmste dingen. De berg naar de citadel is beklommen en de zweetdruppeltjes parelen vanuit al mijn poriën neer. Het Vrijheidsbeeld kijkt triomfantelijk op Pest neer. Dan even later in Pest, het felle geel trotserend, wandel ik hand in hand naar het Heldenplein. De zon brand in mijn nek en ik verheug me alvast op de verkoelende thermale baden in Szechenyi.

 

Het ritme van de dagen is steeds gelijk. Mijn ritme echter laat me gaandeweg in de steek . De loomheid kleurt elke dag een beetje meer mijn gemoed. Van vrolijk lief al babbelend en stralend tot een zekere ingeslopen loomheid, steeds een beetje meer gereserveerd en koel. De ontmoeting met een goede kennis van mijn werk op dag 1 doet me goed. We gaan naar Szentendre op mijn verzoek. Een uitgestorven kunstenaarsdorp, zo in de avonduren. Eenmaal de beeldentuin gevonden en gekiekt gauw weer terug naar de grote stad. We eten bij Symbol, een prachtige club waar hip, vintage autopubliek chique en eclectisch hand in hand gaan. De interieur clash overwonnen eten we grote volle borden en kletsen wat. Het afscheid valt zwaar maar de belofte is gedaan. Ik kom terug en weer op visite en dat duurt nu niet weer jaren.

 

De avonden in Pest zijn een plaatje op zich. De nacht kleurt donkerblauw en de ster straalt langs het hobbelpaard in de club. De clubs zonder dak in oude leegstaande vervallen gebouwen zijn een lust voor mijn oog. De mensen alternatief, hip en vrolijk. Akvarium, Szimpla Kert, Anker’t zelfs met een strand en heuse disco. De dj-line up, vrolijke bandjes “ live” on stage en nog zo wat. De inrichting alternatief beetje maf en vol verassingen of superstrak modern, het maakt me niet uit. De kerts poppen up en breken weer af. Ik denk al snel aan Amsterdam waar ik deze vibes al lang niet meer heb gehad. In mijn ogen ineens een vreselijk saaie stad. De rafelrandjes zijn zoek en wij inwoners enigszins ingekakt.

 

De geur van koffie in de ochtend prikkelt mijn neus en maakt me wakker. De zon breekt door het wolkendek heen en doet wat ie moet. Warme gele zonnestralen kleuren weer mijn gemoed. De warmte en de gebruinde armen om me heen maken me vrolijk. De mensen zijn zo beleefd en behulpzaam dat ik bijna schrik. Het contrast met Amsterdam zo groot. Na de koffie tijd voor brunch ergens zo rond tweeën. Salades met deze temperaturen doen het goed. Tegen vieren de eerste rosé een groot glas bier en vervolgens wandelen we nog wat. De avondkaart is Hongaars of Italiaans. Meer keuzes kent deze stad niet.

 

We horen juichen op het plein. Een Hongaar wint met zwemmen de finale. Even later ook een Nederlandse door naar de finale. Zacht gejoel van achter en al snel de vraag: “Zijn jullie Nederlands? ”We spreken gezellig met volleybalmoeder, dat schept meteen een band, met de bretels op half 11 tiener, de high five jongeman die al aan het bier zit, wat van stiefvader eigenlijk niet kan. Een man waarvan je snapt dat ie van zijn vrouw is gescheiden. Met het bruingetinte bijdehandje en de geïnteresseerde andere tienerdame kletsen we de nacht door. Gezellig op het terras.

 

Dan eenmaal terug in het appartement gaan de bubbels ook weer open, de sprankelende warme lieve nachten tegemoet.

 

30 Juli- 3 Aug 2012