30. dec, 2012

Syl is marinedochter

Het woord viezerik vergeet ik nooit meer. Als ik het woord weer ergens hoor krampen alle spieren in mijn lijf als vanzelf samen. De stress schiet als een raket door mijn systeem. Ik hoor het woord overigens niet vaak meer hoor. Ik denk dat het “uit “ is niet meer in de vocabulaire past van deze tijd. Daar zat ik dan, de recalcitrante puber van 17 in een wel zeer netelige situatie. Een situatie van ongenoegen, de spanning voelbaar tussen vader en dochter. Het hele gezin heeft zwaar geleden onder onze band. Ik moet zeggen die was niet misselijk te verstaan bijzonder.

 

Mijn vader is uit ’33, geboren en getogen in Zwolle. 50 jaren jong hoefde het varen van de marine niet meer. Mijn vader mocht met pensioen. Hij was letterlijk afgeschreven door het bedrijf wat defensie heet. Dat krijg je als je 15 tropenjaren hebt gedraaid oftwel 7 1/2 jaar fysiek gescheiden van familie en geliefden. De som is als volgt: 65 – 15 ( 7 1/2 x2) is 50. De wereld voor mijn vader was ineens zo klein. Van Rusland, tot Australie van NieuwZeeland tot Nieuw-Guinea en alles ertussenin is aangedaan. Nou ja aangedaan. 9 van de 10 keer moet een boordwertuigkundige aan boord blijven. Eenmaal aangemeerd wordt alle elektrisch gecontroleerd. Dat deed hij vaak alleen. Een goed gesprek zat er niet in, laat staan een potje ouwehoeren. De zwart wit fotos die ik gelukkig nog bezit, gekiekt aan boord, zijn overigens schitterend en gaan over vrije tijdsbesteding aan boord. De blikjes Heineken reiken tot in de hemel. Altijd dronken lijkt het. Altijd feest. Echter de laatste jaren sleet mijn vader als ambtenaar aan de wal, achter de typmachine. Daar zat de boordwerktuigkundige, die maar liefst 14 schepen heeft gevaren van mijnenjager tot mijenveger, op de De Ruyter, de Isaak Sweers, Piet Hein en de Snellius, uiteindelijk in Den Haag en Amsterdam guppies te tellen in een grote vissenkom die stond op zijn bureau. 50 uitgetikte kaartenbakkaartjes verder zat de dag er weer op. In de weekenden kwam hij thuis in Zwolle.

 

Thuis. Ik denk er vaak overna. Wat is thuis? Wanneer kom je thuis? Wanneer voel je je thuis?. Ik heb het juiste antwoord nog niet mogen vinden. Ik weet het simpelweg niet. Mijn vader was 33 toen ik op de wereld kwam, mijn moeder bijna 40. Ze was nogal jong van geest en een vlotte dame. Mijn vader was altijd al een stille geweest. Op mijn 17de verjaardag kwam plots mijn vader thuis. Voorgoed. Thuis van een behouden vaart, van 20 jaar ruwe zee. Dat maakt van mij overigens een marinedochter.

 

Mijn vader deed vreemd. Mijn moeder trouwens ook. Ze waren totaal vervreemd van elkaar. Eenmaal weer thuis was mijn vader zo goed als verstomd en ook nog eens afgestompt, contactgestoord, gesloten, rechtlijnig, zwart of wit en nog meer van dat. Het was in iedergeval niet best. Het was oorlog in huis. Elke dag. Mijn moeder kon niet wennen aan mijn vader. Ik trok de haren uit mijn zusjes kop en vice versa. Discussieren, daar had ik nog nooit van gehoord, laat staan small talk. Bij ons werd gezwegen. Daar was ik ook goed in geworden overigens. Dat is nog best moeilijk hoor. Ik zou het nu niet meer kunnen. Maar op mijn 17de had ik het tot kunst verheven. Dat gaf rust. Als je niks verkeerd zegt zijn er ook geen gevolgen. De gevolgen waren namelijk niet mals. Er werd geslagen. Geslagen met kastdeurtjes of sigarettenkokers. Ja die had je toen. Mijn vader had een prachtig zilveren doosje met een elastieken bandje aan weerskanten, waar je dan de sigaretten, in zijn geval Caballero zonder filter, achter plaatst. Dat was echt prachtig om te zien. Het doosje ging dicht en de sigaret werd afgetikt op de buitenkant ontdaan van losse restjes tabak.

 

De zilveren sigarettenkoker werd met een ferme klap op tafel gesmeten. Ik stond verstijfd, aan de grond genageld. Elke vezel in mijn lijf gespannen, probeerde ik de situatie te overzien. Mijns inziens was de situatie onredelijk en ik deed voor het eerst mijn mond open. “Viezerik” kwam eruit. Geen idee waar dat vandaan kwam maar dat was het woord wat mijn vader niet kon velen. We zwegen een hele week en mijn vader ging expres naar de kroeg om dronken te worden. Als hij dan "s nachts thuis kwam zei hij niets, maar sloeg met de deuren. Ik lag verstijft van angst in bed. Op een ochtend was er familieberaad. Ik moest van mijn moeder en zusje naar mijn vader toe om sorry te zeggen want zo kon het niet langer. Ik heb 2 dagen moed verzameld en heb sorry gezegd. Een belangrijke stap in mijn leven was bereikt. 2 dagen later deed mijn vader weer normaal.

 

Geregeld onstond er weer zo’n nare situatie in huis. Het verschil werd gemaakt toen ik mijn eerste centen verdiende op mn 20ste als technisch laborant. Ik pakte de krant, ging naar mijn kamer en belde met de mevrouw die de kamer te huur had staan. Ik kon meteen komen en het contract werd de zelfde dag getekend. De dag erop verliet ik het ouderlijk huis. Een zucht van verlichting ging door mijn lijf toen ik de eerste nacht op mijn kamertje in de Van Karnebeekstraat doorbracht. Mijn eerste maandloon in mijn leven gestoken in een slaapbank en een koelkast en wat toebehoren om te leven. Mijn vader heb ik nauwelijks nog gezien. Ja op de verplichte verjaardagen waar ik dan een potje kwam ouwehoeren. Liefst in de kroeg en mijn vader met een flinke slok op.

 

Ik heb mijn vader leren kennen in zijn laatste dagen. Vlak voor hij ziek werd hebben we rondjes Amsterdam gelopen. Zijn oude buurten, de opleidingen in ‘52 –‘53, ’58 – ’59 en ’81. De Zeedijk, de wallen, de Nieuwmarkt, Cafe de Zon, schijnbaar een beruchte plek voor marinelui, ik weet nog hij vertelde zijn broer was boxer. We zijn alle kroegen die mijn vader aandeed afgegaan. Een rondje verleden en zowaar de verhalen. Verhalen van vroeger. Ik kwam eindelijk wat meer te weten. Mijn vader ging praten. Het was nu of nooit en de schroom en verlegenheid overwonnen kwam mij veel ter ore. De docufilm “Ouwehoeren” waar ik plotseling in meespeel heeft alles weer getrickerd. Mijn vader kende de dames. Die kroegentocht en de herinneringen maakte even onze band zo bijzonder. Mijn vader en ik. Ik de dochter van een marineman, in zijn laatste dagen. De band eenmaal aangescherpt heeft het rauwe puberverleden voor mij zo goed als goedgemaakt.

 

6 juni 2012 Zie ook de fotos in extra column info