30. dec, 2012

Syl ontvangt een lachende knipoog

Het is Zondag en vanuit de sportschool kijk ik uit op de Haven. Vanmiddag is het feest op het eiland. Een heus havenfestival op IJburg. De kraampjes worden opgebouwd en de wolken dreigen de pret te drukken. Al snel vallen de hagelkeien op het doek boven de uitgestalde waar en ik zie met lede ogen de gezichten van de standhouders betrekken. Ik zie ook na een goede regenbui, die voor flinke plassen op de dakzeiltjes zorgt, de zon weer doorbreken. Das fijn. Ik moet immers ook nog 10 minuutjes naar huis fietsen en ben al natbezweet. Dat is meer dan genoeg water voor vandaag. Ik ga vanmiddag naar een beter ogende plek zoveel is zeker.

De rit naar huis is zalig, wind in de haren, hoofd op standje leeg . Het oog wil ook wat en zowaar de lucht klaart op en zo ook mijn humeur. Dat is een heerlijke start van de dag.

 

De boot wielbelt. De golfjes deinen en geven glans. aan het oppervlak. De zon schijnt. De massa in de boot staat op elkaar gepakt. In de verte een knipoog, zo lijkt het naar de stad. Het oog samengetrokken tot een steepje, verblind door de zon wellicht? Of nee een permanente wink zwoel en sexy. Hoe dichterbij we varen hoe indrukwekkender de contouren. Mijn hemel wat is die puzzel wit. Eenmaal de boot verlatend en met ons honderden volgers, schijnbaar allen met de zelfde eindbestemming, zijn we verrast. Wat een indrukwekkend gebouw zo van dichtbij. Dit moet wel even inzinken. Hup naar binnen voor een goede lunch.

 

We betreden de ruimte, de gigantische ruime oogbal van binnen. Veel hout, wit en grote hoogtes. Een diafragma op zijn kop. Het hoornvlies, de iris en de pupil zwart en wagenwijd open. Het licht blijft maar binnenstromen door het gigiantisch raamoppervlak. Van binnen niets maar dan ook niets wat de dichtgeknepen buitenkant doet vermoeden. Ik ben stomverbaast. De ruimte is echt surreal. Vanuit een volgepakt restaurant met een werkelijk prachtig uitzicht op het water scharrelen we een tafel en na eindeloos geduld ook 2 stoelen bijelkaar. Eenmaal aangeschoven raakt het gebouw ons direct. We denken dezelfde dingen en alle zintuigen bij ons beiden geprikkeld bestellen we de lunch met een prachtig glas wijn, Het is spits in het oog en zo ook in ons hoofd. Onze zintuigen draaien op volle toeren.

 

We zitten lang heel lang. Meer dan 3 uur genieten we van de beelden, de plaatjes die we schieten en vervolgens opslaan in ons geheugen. We kunnen er geen genoeg van krijgen. Het is gek maar we denken dezelfde dingen, we lachen hard, want ja eerlijk is eerlijk, dat is toch frapant? We spreken zelfs gelijke zinnen. Dit is echt bijzonder en dat schept zo een enorme band. We verlaten het pand en lopen een ronde om het oog heen. We kijken weer dezelfde beelden nu van de buitenkant. We delen met weinig woorden. We denken het onze en ook die blijkt eensgezind. Zonder twijfel, kijken zit ons in de genen en de kick die dat opwekt ook. We lachen beiden en knijpen onze ogen samen, We staan op de pont en varen Amsterdam met een lach weer tegemoet.

 

22 April 2012