30. dec, 2012

Zwarte bladzijde

Alles is wit en sereen om ons heen. De warme windvlagen en de broeierige omgeving zingen ons tegemoet. De klanken van een lazy Sunday laten ons ritmisch spelevaren op de golven van pril geluk. In de verte aquablauw zo transparant fragiel en broos, geen rimpel op het oppervlak, geen onderbreking van de constante golfjesstroom, geen idee van werkelijkheid of droom.

 

“Boe, schrok je lieverd? Was niet de bedoeling hoor. Zin in vanavond? Oh, ja voor ik het vergeet, Marja en Kees komen ook, weet je nog? Onze huwelijksavond, wat een schatjes hè? Wees vooral lief tegen die twee, wetend dat jij ze niet echt mag. Ach, je hebt die fantastisch witte jurk weer aan. Goh, dat-ie nog past. Moet dat nou, die krullen? Oh sorry schat, laat me maar even, het is vandaag onze dag, dat maakt me enigszins nerveus”.

 

De lampjes kleuren feestelijk en de band is op dreef. Opzwepende swing, zwierende lachende dames in pastels. De heren in zwart-wit, de lippen strak en in de hand een stevig glas. Ik dans met Marja en zie vanuit mijn ooghoek Kees aan de zijlijn en behoorlijk op dreef. Ik doe mijn best en vermaak. Ik lach spontaan. Eindelijk voel ik me vrij, dans op de noten of liever ik zweef. Begin van de avond kreeg ik complimentjes van Marja, een dikke zoen en een warme omhelzing van Kees. De avond vordert en kleurt mijn gemoed. Dansend door de noten ga ik op zoek, op zoek naar mijn lieve schat.

 

De muziek wordt dwepend, bijna verstikkend en dwingt mij naar buiten, daar waar het zwart is en kil. Door het donkergroene bladerdak, starend in de verte, droom ik langzaam af. Af naar de diepe dalen in mijn gemoed. Ik wrijf over mijn arm door het satijnen jasje heen. Mijn arm jeukt zo erg dat ik mezelf bijna krab. De bonte blauwe plekken goed bedekt, staar ik in de verste verte op zoek naar mijn liefje van toen. Ik ril en voel een hete adem in mijn nek. Kees? Hij grijpt me weer stevig bij mijn arm, ik spartel me los in mijn gedachten. Zijn rauwe lippen doen zeer op de mijne maar ik ben wijs en geef geen kick.

 

Eenmaal weer binnen maak ik me los van de massa. Ik sta aan de zijlijn, ben toeschouwer van mijn eigen feest. Mijn ogen zoeken houvast. Waar is mijn lief? “Schat, ik heb je zo nodig”. Ik wandel gedwee via de dansvloer naar achter. De deur klemt onverwacht. Ik krijg hem niet open. Dan komt Kees weer om de hoek. Ik val bijna flauw. Met kracht drukt hij de deur open. Wij openen onze monden. Ja,allebei en we verstommen. Daar ligt Marja op de keukentafel, genomen door mijn lieve schat. Ik ben perplex en val in het diepst denkbare gat.

Alles is zwart en donker om me heen. Ik ontwaak rap. De kou slaat op mijn gezicht. De fragiele luchtbel is uitelkaargespat. De werkelijkheid is o zo hard.

 

Thema: Verkeerde vrienden, Schrijfwedstrijd Opium. 6 febr 2012