21. okt, 2016

Syl en de stad van de liefde

De dag start vreemd. De helft van oktober gepasseerd lacht de zon mij bijzonder knap tegemoet. De stad geurt benzinedamp. Auto’s trekken langzaam op om na 1 meter weer stil te staan. Zoals de fietsers bellen op de Zeedijk zo claxonneert dit opgewonden volkje op de Place Picalle. De hitte maakt loom. De oesters wachten op prachtig crunched ijs aan de overkant van het terras op de Rue Lepic en doen me smachten. Terwijl de voetgangers struikelen over de opgebroken steen kan ik niet anders dan blijven lachen.

De brug over de Seine bezwijkt. Het wordt allemaal teveel. De liefdesactie was een succes maar van de brug blijft niets meer heel. De 7 jaren zijn niet eens gehaald. In sneltreinvaart is de liefdesbrug ineengestort. Ze gingen allen te hard van stapel. De “Pont des Arts” is oud krakkemikkig en hopeloos lelijk in verval. Dwangmatig wil men nog steeds slotjes plaatsen. De liefde verklaren en ik vraag me van alles tegelijk af. Chaos in mijn hoofd en chaos op de brug. De slotjes van eeuwige trouw. Wat nu als de slotjes verbroken worden? Is het sprookje dan wezenlijk uit? In 2015 zal dat onherroepelijk gebeuren. Het zal jouw slotje maar zijn. En wat nu met de stad der liefde? De wereld beweegt me de laatste tijd veels te snel.

De rozetten in het instituut van de Arabische wereld functioneren niet meer. Het mechaniek heeft het plaatselijk opgegeven. De diafragma’s reageren op licht. En ja de zon schijnt stevig in oktober. Het is extreem heet. Alles en iedereen is van slag. De islamitische bibliotheek en de Arabische kunst staan nu volop in het licht. De diafragma’s sluiten niet. Creativiteit en complexiteit zijn duidelijk niet meer van deze tijd. Alles gaat stuk en ook ik geef het heel even op. Ook ik bezwijk, zijg ineen en de hitte raast stevig door mijn verweekte kop.

Het broeit in de stad. De warmste Oktoberdag is sinds jaren bereikt. De rode lichtjes branden en ik loer naar binnen in de kroeg van Amelie. Ze hangt met haar prachtige ondeugende koppie achter in de zaak en ik zie de barglazen ritmisch trillen. Ik loop langs de groenteboer op nr 56, Colignon genaamd en hoor een jonge druktemaker nasaal praten.  Amelie koopt drie hazelnoten en een artisjok en ik sjok rustig verder en kijk verliefd naar de oververhitte stad. Het voelt als een stilte voor een storm, als te mooi moet stuk en als fragiel glas wat ooit zal moeten breken. Maar één schrale troost. Scherven brengen voor zover ik weet nog altijd geluk.

Parijs, 18 oktober 2014.