5. jan, 2014

Syl naar Meestrich

De zon schijnt hard. De muziek brult hard uit de autospeakers. De zonnebril mag uit de koker en ik zing uit volle borst met “Oscar and the wolf” mee. De weg is leeg, 6 baans en ik mag maar 100 km per uur. Das lastig want ik moet nog 227 km grijs asfalt onder me door laten glijden. Constant inhouden das niet mijn ding, maar ala het is niet anders. Een bon is zonde. Ik kan mijn geld wel beter besteden dit weekend. Niet aan Oscar and the wolf in de muziekgieterij. Afgelast hoor ik net voor vertrek vanwege een sterfgeval in de familie. Das nou superjammer maar er komt vast wat anders op ons pad. De rit vordert vlot en hoe zuidelijker ik geraak, hoe grijzer het wolkendek. Zo grijs dat ik de zonnebril af moet zetten. En dan als ik bijna Maastricht in mag, ja hoor een vette file. Ik sta praktisch stil en dat is niet bepaald mijn ding. Mijn hoofd is overigens ook nog niet leeg en ik sombermans ongeduldig de file door.

 

Het is vrijdagmiddag, borreltijd in Tribunal, de Pieter, bij Jack en Lobina en ga zo maar door. De Maastrichtenaren doen het goed. Ik meng me tussen vrienden, babbel gezellig mee en tegen tienen gaan de voetjes van de vloer. Nu is mijn hoofd wel degelijk opgelucht, grijze muizenissen zijn geklaard en de nare gedachten weg geëbd. Das een heerlijk gevoel. Als de muziek even niet meezit doe ik een verzoekje. Cantaloop (Flip Fantasia). Wat een geweldig swing nummer en hopla de vloer staat weer vol. De tamboerijn wordt beroerd door de man strak ik het pak. Het colbertje mag nu uit en we lachen en swingen de avond uit.

 

De Zaterdag verliep evenzo om bij de Zondag een pas op de plaats te doen. De winkeldeur zwaait open en de geur van versgebakken brood en zoet gebak komt me vrolijk tegemoet. De rij waar ik in sta is onmenselijk. Het bedieningsmeisje is traag maar zo ontzettend vriendelijk. Ze neemt voor iedereen echt alle tijd. Ik zie vlaaien slinken en ben toch echt nog lang niet aan de beurt. Ik probeer aardig te blijven, me aan het tempo aan te passen, maar elke vezel in mijn lijft schreeuwt “schiet op ik sterf een langzame strijdende dood”. Dan koop ik de zo prachtig ogende kruisbessenvlaai bij de Bisschopsmolen. Ik werp nog een blik bij Jack en Lobina naar binnen en denk aan de heren van “Coupe de Ville” bij zeezicht. Prachtige nummers en Maurice met een heerlijke stem. De pianist Coen kwam zelfs twee keer voorbij dit weekend. Zaterdag op basgitaar in de setting “De Koene ridders” in de Pieter. Tjonge die René kan cachon spelen zeg, heerlijk. Ik verlaat de geurende bakkerij en loop de grijze kou weer in.

 

Dit rit terug is zwaar. Ik zet de muziek op shuffle en laat me verrassen. De stemming komt er niet meer in. In alle varianten schiet de dood door mijn hoofd en laat me niet met rust. Het is een Zondag zo zwart en gedachten wisselen zich in rap tempo af. Als ik de mineur bijna raak denk ik gauw weer aan de vrijdag of de zaterdagavond. Al die lieve mensen. We hebben wat afgelachen. Eenmaal thuis val ik de kruisbessenvlaai aan. Zo dat helpt zeg. Een zoetzure aanval op mijn glazuur. Ik knap weer even op en heb een goed voornemen. Morgen na het werk even naar de drogisterij voor een lekker shotje vitamine D. 

 

Maastricht, 17 November 2013.