4. jan, 2014

Zonnig juli begint vreemd

Het weekend begint meer dan vreemd. Na een week theedrinken en een week bijkomen van het feest word ik vrijdag weer losgelaten van mijn werkverplichting. Ik hoor mijn naam in de tram achter me “Sylvia, Sylvia”  en dan iets dwingender Sylvia! Ik hoor het wel maar reageer niet tot het besef doordringt. “Dat ben ik”. Ik kijk om, verontschuldig me om vervolgens de tramrit gezellig weg te kletsen. De zon schijnt hard. De tram en ik zijn al snel oververhit. Vlug naar de dijk. De ooi staat op zijn kop. Een hoop herrie vallende glazen, ruzies, moeilijke ontmoetingen, oprechte condoleances, zware gesprekken boze gezichten en heel veel afgunst. Ik kijk het snoepgoed aan en koop snel een doos sigaren aan de overkant. Ik mag daar voor psycholoog spelen en vang de oververhitte baliemedewerker met verve op. Die heeft iets te veel toeristen langs gehad met vreemde vragen vooral in het Russisch of Pools. Volharders noem ik ze, die bij “English please?” gewoon de vraag wat harder herhalen, op z’n Russisch uiteraard. Verder nog wat gekke fratsen, blote vrouwen, vreemde keffertjes met veels te lang haar voor de ogen maar vooral stukken eigenwijs. “Leuk vak heb je”,  riep ik nog na. “Je maakt tenminste wat mee”. Hij kijkt me vol ongeloof aan en stort theatraal neer achter de balie. Ik lach, ik mag hem wel maar blijf vervolgens wel wijs buiten de Ooi voor een sigaar en een goed glas rosé dit keer.

 

Daar komt de buurman van IJburg weer aan. Gezellig eindelijk een fijn gesprek. Vooral over de enorme hekel die hij heeft aan dit eiland. Ik knap nog maar een stukje verder af. Ja nog een goede vriend in zicht. Heerlijk nu komt alles goed. Hij blijft staan naast m’n andere ruziënde buurvrouw. Ze krijgen bijna slaags. Ik zucht en ben beduusd. We kletsen nu wel lekker de middag uit op het zinken dak van de kroeg. De zeedijk is onrustig, zo ook de mensen. Rap vertrekken dan maar en op naar de vrijdagmiddagborrel op Blijburg. Lekker hoor mooie mensen, dansen, zon zee wind en goede muziek. Ik lach heb lol en we dansen de avond in. Abrupt stop de muziek. Ik traan van binnen en weet me geen raad. We klagen bij Martijn maar die heeft zijn zaakjes goed voor elkaar. Jongens we gaan door bij NAP. Ik wil helemaal niet naar NAP. Ik wil hier op het strand de zon zien zakken achter de vierkante dozen, kampvuren  stoken, dansen, drinken en liefhebben.

 

Getver,  binnen begint de jazz. Dan toch maar even kijken wie weet valt het mee en is het zwoele zomeravond jazz. Ik zie de paukenist op van die plankjes slaan. Hoe heet zo’n ding ook al weer? Ik wil het niet eens weten. Ik kijk wat rond in dit donkere hol waar ik niet wil zijn. Ik staar in mijn uppie voor me uit, hoor de muziek niet meer en traan alweer van binnen. Een ongelooflijke eenzaamheid slaat mijn energie uit mijn lijf. Ik druip af. Even vind ik mijn buurman een leuke man en ik denk zoals hij: “ Roteiland” . Ik verman mezelf en kom nog net kruipend met de ziel onder mijn arm thuis.

 

Dan een “hallo” in koor. Mijn buren op de bank met drank en sterke verhalen. Ik schuif aan en op de vraag: “Wil je een wijntje?" knik ik hard. Binnen enkele seconden zit ik in een grappig gesprek. De lach verschijnt weer ietsje op mijn toet. Ik nip wat wijn, knabbel wat nootjes en we gaan nog lang niet naar bed. De avond is zwoel op IJburg en nog zo jong.