4. jan, 2014

Syl en oorlogsverleden

Mijn moeder is uit 1927  mijn vader uit 1933. Het is een vreemd gevoel vandaag want ik weet iets van de verhalen van mijn moeders jonge jaren. 19 jaren jong was ze en  mijn vader 13 overigens toen ze bevrijd werden. Mijn moeder toen, zo oud als mijn zoon nu kwam gehavend uit de oorlog. Zoveel is zeker. En met haar was de hele generatie verknipt. De oorlog brak uit in Zwolle. Mijn moeders ouders dood, haar broer ging voor de Duitsers werken en een verantwoordelijkheid van ongekende omvang ruste op de overigen, 1 broer en 2 de zussen. Mijn moeder de jongste, verdiende het geld en een pact was gesloten. Een heldere afspraak was gemaakt. We zullen alle 5 eeuwig voor elkaar zorgen. Daar zal nooit, maar dan ook nooit iemand tussen komen.

 

Eeuwig zorgen. Wat betekent dat?  Ik denk er veel over na. Zeker zo vandaag en de tranen laat ik rustig gaan. Iedereen moet echt nu uit mijn buurt blijven. Dat zijn zo van die momentjes. Ik begeef me nooit in het openbaar op 4 mei om 20.00 uur behalve met mijn ouders, toen ik nog in Zwolle woonde. Het monument op de Meppelerstraatweg. Daar ging in heen. Elk jaar, tot mijn 19de. Maar dat is weer ruim 27 jaar geleden. Mijn moeder is al 19 jaar niet meer en dat is hard op zo’n dag als deze. Ze was de zakenvrouw, ook in de oorlog verdiende ze het geld om de 5 in leven te houden. Ze was de jongste van allen en op haar 14de al bezig met overleven. De drang was groot. Overlevingsdrang. ik kan me niet voorstellen hoe ze zich op Bevrijdingsdag gevoeld moet hebben. Bevrijd van haar broers en zussen is ze nooit geweest en ik weet nog steeds niet wat erger moet zijn geweest.

 

Op haar 35te werd ze verliefd om mijn veel jongere vader. Ik noem hem nog steeds de “stille”. Een echte marineman, gescoord in een dansuitspanning in Kampen. Het pact werd doorbroken en vanaf  dat moment brak de hel los. Niet alleen voor de  broers en zussen. Ze moest op haar 35ste  jaar nog stiekem het huis uit om mijn vader te zien en te zoenen op de hoek van de vechtstraat, waar een broer van haar een schoenenzaak had. Lidy heette ze, van Aleida.  Mijn vader had gewonnen en ik werd 2 jaar later geboren in het St.Clara ziekenhuis Rotterdam. Spijkenisse en Den Helder volgden, dat dan weer wel. Meteen ontheemd zal ik maar zeggen. Op mijn elfde naar Zwolle verhuizen was mijn verademing. Ik kreeg voor het eerst in mijn leven weer lucht. Ik mocht eindelijk ademhalen.

 

Daar zit ik, op de Zeedijk op het zinken dak van de Ooievaar, staatsgevaarlijk te zijn. Komt niet in mijn buurt nu. Ik jaag mijn lieve  vrienden, die het zo goed bedoelen weg. Ver weg en op niet al te leuke toon. Zo ben ik niet. Ik herken me niet.  De klok van de Basiliek St Nicolaas slaat hard. Ik zie toeristen vrolijk zijn en langzaam komt iedereen naar buiten. Het Aepjen is inmiddels geheel leeg. Puur respect. Met zijn 40igen staan de mannen en vrouwen  op  straat en de klok houd ineens op met slaan. Een lichte nagalm klinkt.  Ik hou mijn adem in. De stad is in bijna in een seconde stil. Zo stil dat ik er zelf van schrik. Mijn hart staat ook even stil.  De toeristen die langs lopen staan stil, onwetend, met open mond en durven gelukkig niets te zeggen. De lummel die praat, een Duitser meen ik, krijgt een hele harde zeedijkse ssssssshhhhhhhhht. Dat helpt.

 

Ik denk duizend dingen maar kan ze niet verwoorden. Mijn ziel is leeg en ik traan van binnen. De stilte geeft kracht en de Zeedijk heb ik nog nooit, werkelijk nog nooit  eerder zo beleeft. Intens en het verleden komt in grote stappen voorbij. Mijn moeder al 19 jaar dood en ze heeft me een ding verteld over de oorlog wat me zo diep is bijgebleven. Dat ene gevechtsvliegtuig dat op haar 17de jaar achter haar neerstortte. Dat angstaanjagende geluid in Zwolle. De dood in haar ogen en de hartverlamming nabij. Dat is het enige wat ik nog echt van haar oorlogsverleden  weet en wat haar echt een trauma voor het leven heeft opgleverd.  De angst heeft haar getekend. Eens een zo sterke vrouw en nu levens geruïneerd. Zij en haar pact. Ik kan het haar nu niet meer kwalijk nemen. Maar god wat heb ik  en zoals ik later heb vernomen, mijn zusje maar ook mijn vader hier ondraaglijk onder geleden. Uiteraard is dat niets, maar dan ook werkelijk niets vergeleken met haar oorlogsjaren en heb ik  haar uiteraard alles vergeven.

 

 4 mei 2013