4. jan, 2014

Syl in een dipje

De dijk ligt er prachtig bij zo op het eerste oog. De lucht ruikt fris na de pas gevallen buien. De straten glanzen en op dit borreltijdstip is het is zowaar nog licht. Mijn hoofd is fris en mijn lijf is clean. Ik lach als ik de deur van de ooievaar openzwaai. Mijn ooievaarsvrienden roepen luid mijn naam en ik hang eerst rustig mijn jas aan het haakje alvorens ik ze groet. Ik word opgewacht door de lieftallige dame en ze houd me stevig vast. “Syl? Je kent Bob toch?”. Ik knik voorzichtig. De kroeg is stil. Ik hoor een speld vallen en begin me zeer ongemakkelijk te voelen. Ik denk al meteen het mijne. Woorden uit haar mond bevestigen mijn gedachten. Dood. Ze vertelt het hele verhaal en ik trek wit weg. Plotseling overleden en pas na dagen gevonden in zijn huis. De dijk verliest even zijn glans en ik zucht. Met Bob kreeg ik pas de laatste weken een band. We bestelden wijntjes voor elkaar en ik was nieuwsgierig over zijn leven. Bob was een lieve man met prachtige verhalen en oprecht geïnteresseerd in wat ik hem allemaal had te vertellen. Hij zong in het koor en wijde onlangs nog uit over het naderend optreden in Paradiso midden januari. De liedjes van het Zeedijkkoor op inhoud en hij de man van de eerste orde. De rode laars zou zijn nieuwe oefenplek worden maar helaas. Ik groet Bob in gedachten.

 

De nasmaak weggespoeld groet ik iedereen met zeer weinig woorden. Het duurt even voor ik weer wat in balans raak. Een groot glas witte wijn in mijn handen. Ik heb me er zo op verheugd. Het glas zet ik voorzichtig weg nog geen slok genomen. Ik praat en duw wat vrienden aan de kant. Ze kunnen het van me hebben. Ik ga staan in de uiterste hoek. Ik overzie de situatie met enigszins lede ogen. Ik praat wat met die knappe buurman naast me. Mijn hoofd is er niet bij. Ik krijg ook nog eens een kwaaie blik. “He Syl? Krijg ik geen zoen? Zie je mij over het hoofd?” Nukkig kijkt hij weg en ik poog het goed te maken. Dat lukt me slecht blijkt. Ik ga gauw terug de hoek in. Ik ben even af.

 

De vriendenclub gaat dansen en lawaai maken in het mandje. Daar is de ooievaar te klein voor. Ik wacht op gezelschap om vervolgens terug naar IJburg te gaan. Ja de VrijMiBo oftewel de vrijdagmiddagborrel in NAP. Daar gaan alle stoelen aan de kant en de dj neemt plaats achter de draaitafel. De gekleurde lampjes gaan aan en heel IJburg komt even aan. Bij gebrek aan een kroeg op dit eiland is dit een schrale troost. De zaak stroomt snel vol en wij vinden een weg. Al kletsend, dansend en drinkend gaan de kleine uurtjes slaan. De DJ wijst best vaak naar boven. Ik denk aan Bob. We dansen door de nacht en bij het uur U verlaten we de zaak. Ondertussen de contacten aangescherpt voor een groots straatfeest deze zomer. Ik doe mee, help mee, denk mee. Uiteraard. De lichtpuntjes op deze duistere dag weer gevonden verdwijn ik in de nacht om voor het eerst na een maand weer met een kater op te staan.

 

1 febr 2013 .